SEB deelnemer Hanenberg Wegenbouw speelt in op toekomstige trends!

 

Pilot: economisch besparen op emissies bij straat-werk!

De reconstructie van de Van Renesseweg in Eindhoven is een pilot in economisch verantwoord besparen op emissies. De Gemeente Eindhoven en Hanenberg Wegenbouw – deelnemer aan de SEB Erkenningsregeling voor het Bestratingsbedrijf – namen van tevoren het hele werk door om de beste keuzes te bepalen.

 

Oktober 2021 begon Hanenberg Wegenbouw uit Oss met de reconstructie van de Van Renesseweg. Het werk is inmiddels bijna opgeleverd. Het was een groot project, waarbij onder meer het wegdek en de onderliggende riolering werden vervangen. Daarvoor was ook bemaling nodig. Het wegdek bestond uit asfalt. In de nieuwe situatie is nog steeds een deel asfalt, maar is een groot deel vervangen door STRAAT-WERK te weten nieuwe gebakken klinkers.

 

Zonder veel meerkosten

De opzet van de pilot van de gemeente Eindhoven was niet om volledig emissie-loos te gaan werken. De bedoeling was vooral om te kijken wat er technisch mogelijk was zonder veel meerkosten. “Op een manier die eigenlijk iedereen morgen zou kunnen toepassen”, zegt John van den Hanenberg van Hanenberg Wegenbouw.

Het leidde er toe dat de grote machines draaien op HVO100 in plaats van diesel. HVO100 is een 100 % biologische diesel. Bij nieuwe machines is over het algemeen wel aangegeven dat die geschikt zijn voor HVO100. Hanenberg gebruikte het in alle grote machines die het inzette, zoals een mobiele kraan en een zwenklader. “We hebben het gewoon uitgeprobeerd en het gaf totaal geen problemen.”

Ook bij ingehuurd materieel vroeg Hanenberg om machines op HVO100 of elektrisch aangedreven. Tot en met de benodigde bronbemaling aan toe, die elektrisch draaide. “Je vraagt om dat materieel, maar wij moeten het wel van stroom voorzien”, schetst Van den Hanenberg de uitdaging.

 

Mix van mogelijkheden

Die uitdaging wist het bedrijf overigens goed op te lossen. Zij het wel met een mix aan mogelijkheden. Zo maakte Hanenberg voor het opladen onder meer gebruik van de al in de straat aanwezige autolaadpalen en ook bij mensen thuis werd apparatuur opgeladen. Daarnaast beschikte Hanenberg over powerpacks en over een mobiel oplaadstation op een tandemasser, dat dus gemakkelijk mee te nemen was naar het bedrijf om daar ’s nachts weer op te laden. De elektrische minigravers en Giants gingen dagelijks mee naar het bedrijf en werden daar in een nacht weer volledig vol geladen. Overdag werden ze bijgeladen via de laadpaal of het mobiele laadstation.

Ook al het kleinere materieel dat Hanenberg inzette, was elektrisch, zoals de trilplaten en de bandenzagen. 

 

Minder geluid, meer werkplezier

John van den Hanenberg is groot voorstander van de overgang naar elektrische machines. Uiteraard vanwege milieu, maar zeker ook omdat elektrische apparatuur veel minder geluid produceert. Dat is prettig werken en is ook prettig voor de omgeving. Ook zijn elektrische machines vaak gebruiksvriendelijk. Al geldt dat niet voor alle apparatuur, beaamt Hanenberg. 

“Een grote bandenzaag op accu is 17 kg zwaarder. Daarom hebben we gekozen voor kleinere bandenzagen, maar dat geeft dan wel iets meer werk.” Tot slot is een voordeel dat de mensen niet meer staan te werken in de damp van diesel of benzine.

 

Mobiele kraan

Materieel dat nu vervangen moet worden, wordt vervangen door elektrisch. Over twee jaar is daarmee praktisch al het materieel van Hanenberg elektrisch. Alleen de mobiele kraan wordt nog niet vervangen door een elektrische. “Dat is nog te duur voor ons soort projecten. Dat kan alleen als je langdurig op een project draait, waarin daarvoor wordt betaald.” Maar over twee jaar zijn er wellicht ook meer mogelijkheden voor een elektrische mobiele kraan. Van den Hanenberg merkt nu al het verschil met de start van het project een jaar geleden. “Ontwikkelingen gaan door. Als deze pilot nu was gestart, had die er op zich niet anders uit gezien, maar er zijn inmiddels wel veel meer smaken beschikbaar.”

Deze manier van werken behelst een pilot en is dus nog niet standaard. Dat zou volgens Van den Hanenberg wel kunnen, maar de kostprijs ligt net iets hoger doordat HVO100 duurder is dan standaard diesel. Die meerprijs bedraagt slechts enkele procenten, zo berekenden Gemeente Eindhoven en Hanenberg Wegenbouw. Dat hoeft de sector en zijn opdrachtgevers er dus praktisch niet van te weerhouden om nu al daadwerkelijk emissiearm te gaan werken bij het aanleggen van kwalitatief straat-werk!